Archeologisch vooronderzoek

De Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) eist van initiatiefnemers en ontwikkelaars dat zij bij hun ruimtelijke plannen rekening houden met archeologische waarden en het historisch erfgoed. De archeologische monumentenzorg bestaat uit verschillende processtappen en formeel te doorlopen procedures die bij elkaar de AMK-cyclus worden genoemd. In de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 4.1 (KNA) worden de eisen aan de uitvoering van de verschillende processtappen beschreven. Voor de uitvoering van de processtappen waarbij grondroering plaatsvindt, is een vergunning vereist. T&A Survey werkt hiervoor samen met ADC ArcheoProjecten.

Archeologisch bureauonderzoek

Een archeologisch bureauonderzoek is doorgaans de eerste stap in de AMK-cyclus. Door het verzamelen en analyseren van de juiste bronnen, kan voor een gebied een uitspraak worden gedaan over de archeologische verwachting. Op basis van deze gegevens zal een nauwkeurig en kritisch advies worden opgesteld ten aanzien van eventueel noodzakelijk vervolgonderzoek en de onderzoeksstrategie die daar het beste bij past. Hiermee kan onnodig kostbaar archeologisch veldonderzoek worden voorkomen.   

Combinatie met vooronderzoek explosieven

Archeologisch onderzoek naar resten van de Tweede Wereldoorlog vindt steeds vaker plaats, vaak in combinatie met explosievenonderzoek. Gecombineerd archeologisch onderzoek is al mogelijk in het stadium van vooronderzoek. Gegevens uit het vooronderzoek Ontplofbare Oorlogsresten/explosieven zijn nuttig voor het archeologisch bureauonderzoek en vice versa. Omdat explosieven en archeologische onderzoeken bij T&A Survey onder hetzelfde dak plaatsvinden, is uitwisseling van informatie snel, direct en efficiënt.

WOII laag voor archeologische verwachtingskaart gemeenten

Sommige gemeenten beschikken over een Archeologische Verwachtings- of Beleidskaart. Als deze te weinig informatie over WOII bevat, kan T&A deze kaart aanvullen met een specifieke WOII laag. Dit kan al dan niet in combinatie met een gemeentebreed explosieven vooronderzoek.


Sommige gemeenten beschikken over een Archeologische Verwachtings- of Beleidskaart. Deze kaarten zijn vaak meer dan tien jaar oud. Het nut en de noodzaak om ook de Tweede Wereldoorlog in de kaarten op te nemen was toen nog niet duidelijk.   

Archeologisch onderzoek naar resten van WOII vindt nu steeds vaker plaats, veelal in combinatie met explosievenonderzoek. Dit groeiende interesse blijkt ook uit een in maart 2020 verschenen rapport van het SIKB getiteld "De archeologie van modern oorlogserfgoed 2 - Waarderen en selecteren, een inventarisatie en voorstel archeologie".

Als de Archeologische Verwachtingskaart van een gemeente te weinig informatie hierover bevat, kan het zinvol zijn om de kaart aan te vullen met een specifieke WOII laag. T&A biedt gemeenten hiervoor 3 opties.

Optie 1 - Quick Scan WOII archeologie

Een Quick Scan WOII Archeologie is een inventarisatie waarbij WOII objecten, structuren en gebieden als loopgraven, bunkers, slagvelden en bomkraters worden weergegeven op een kaart. Deze Quick Scan kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden door een Quick Scan naar niet-gesprongen explosieven te combineren met de kennis van de IKME (Indicatieve Kaart Militair Erfgoed) website.

Optie 2 - Verwachtingskaart WOII archeologie

Voor het opstellen van een complete Verwachtingskaart WOII Archeologie  raden wij aan eerst een Gemeentebreed Vooronderzoek  Explosieven (CE) uit te voeren. Voor het onderzoek naar WOII archeologie en het Vooronderzoek CE worden veelal dezelfde bronnen gebruikt. Door de twee onderzoeken te combineren, kunnen gemeenten een beroep doen op 70% subsidie voor explosievenonderzoek. Zo bespaart u kosten en komen we sneller tot een compleet en eenduidig eindresultaat. Bij deze optie maakt de betreffende gemeente vervolgens zelf een Beleidskaart WOII Archeologie.

Optie 3 - Beleidskaart WOII archeologie

T&A stelt een Verwachtingskaart WOII Archeologie op en assisteert en adviseert de gemeente vervolgens bij het opstellen van een Beleidskaart WOII Archeologie. Per locatie geven wij een advies ten aanzien van het archeologisch beleid. Doordat de gemeente beschikt over meer kennis betreffende WOII gebeurtenissen en archeologie, kunnen er betere keuzes gemaakt worden over waar verder archeologisch onderzoek naar WOII moet plaatsvinden. Op projectbasis blijft een diepere studie soms nodig.



Alvorens een proefsleuvenonderzoek, archeologische begeleiding of opgraving (en in een bepaalde gevallen ook booronderzoek) mag worden uitgevoerd, moet hiervoor een Programma van Eisen worden opgesteld en goedgekeurd door de bevoegde overheid (veelal de gemeente). Het kan worden gezien als hét basisdocument voor archeologisch veldonderzoek. T&A stelt het Programma van Eisen voor u op.

Een Programma van Eisen (PvE) is een inhoudelijk document waarin onder meer het doel, de vraagstelling en de uitvoeringswijze van een archeologisch veldonderzoek en specialistisch onderzoek staan beschreven. Bij elk onderdeel worden eisen geformuleerd waaraan het onderzoek en de uitvoering tenminste moeten voldoen. Met dit document wordt de inhoudelijke kwaliteit van archeologisch onderzoek gewaarborgd.