Hoe werkt geothermie

Geothermie of aardwarmte is het gebruik van warmte uit de kern van de aarde. Deze warmte kan worden ingezet voor verwarming of het opwekken van elektriciteit. De Nederlandse ondergrond biedt grote kansen, waardoor geothermie de potentie heeft om een belangrijke bijdrage leveren aan de binnenlandse energiebehoefte.

Hoe werkt geothermie?

Bij geothermie wordt gebruik gemaakt van warm water uit watervoerende lagen of aquifers die zich bevinden vanaf een diepte van 500 meter. Voor de productie  van dit warme water is een systeem nodig dat uit twee putten bestaat: een productieput en een injectieput.  Uit de productieput wordt het warme water opgepompt en over een warmtewisselaar geleid. Via de injectieput stroomt het afgekoelde water weer terug in de bodem. Zo blijft de hoeveelheid water in de aquifer gelijk. Dit systeem wordt een geothermisch doublet genoemd.  

Toepassingen van geothermie

Geothermie heeft verschillende toepassingsgebieden. Zo is aardwarmte met een temperatuur van rond de 50⁰C al voldoende om laag- en middentemperatuur warmtenetten te voeden. Vanaf een diepte van circa 1,8 km zijn de aquifers in Nederland warm genoeg om water van 70⁰C of meer te produceren. Hiermee kan warm water geleverd worden en kunnen direct woningen, kantoren of kassen verwarmd worden. Een geothermische bron heeft potentieel de capaciteit om meer dan tweeduizend woningen of meer dan vijf hectare glastuinbouw te verwarmen. Vanaf circa drie kilometer diepte is de temperatuur van het water hoog genoeg om ook elektriciteit te produceren.

In Nederland wordt geothermie doorgaans opgedeeld in drie categorieën:

500 - 1.500 m  Ondiepe geothermie: warmte voor warmtenetten, verwarming van kassen. Tot circa 50⁰C 
1.500 -  4.000 m Diepe geothermie: direct levering van warmte.  Circa 50-90⁰C
> 4.000 m Ultradiepe geothermie: industriële processen, opwekken van elektriciteit. Circa 90-120⁰C